Maleisië, Penang eiland

Penang eiland

Wij zijn op het eiland Penang (Pulau Pinang) in Maleisië. Terwijl we al onder de indruk waren van Kuala Lumpur, heeft Penang ons volledig betoverd. We zijn enorm onder de indruk van Penang en haar bewoners. Penang, ook wel bekend als de Parel van de Oriënt, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 18e eeuw, toen het een belangrijke handelspost werd onder de Britse Oost-Indische Compagnie. George Town, de hoofdstad, is een UNESCO-werelderfgoedlocatie die bekend staat om zijn goed bewaarde koloniale gebouwen en kleurrijke straatkunst. Hoewel de kleuren van de straatkunst inmiddels vervagen en sommige werken beschadigd of zelfs verdwenen zijn achter nieuwe gebouwen, blijft de charme zichtbaar.
Wanneer we met onze scooter door George Town rijden, zien we de geschiedenis overal om ons heen. Prachtige grote koloniale gebouwen, sommige in wat vervallen staat, maar veel zijn prachtig onderhouden en staan strak in de verf.
Penang is een smeltkroes van culturen en bevolkingsgroepen. De diversiteit van de bevolking is een van de meest fascinerende aspecten van het eiland. De manier waarop iedereen met elkaar omgaat, het eten dat een wereld van fusion is, de verschillende geloven en hun feesten, dragen allemaal bij aan het rijke culturele erfgoed van Penang. In Maleisië heeft men zoveel nationale feestdagen dat men vaak niet eens aan een 32-urige werkweek komt. En dan hebben we het nog niet gehad over de vele eetpauzes op een werkdag, want eten is hier héél belangrijk.

Klimaat

Penang heeft een tropisch klimaat, wat betekent dat het warm en vochtig is gedurende het hele jaar. Het eiland kent weinig temperatuurverschillen, met gemiddelde dagelijkse temperaturen tussen 25°C en 32°C.

Van november tot februari is het droog seizoen op Penang. Dit is ook de beste tijd om Penang te bezoeken. De temperaturen zijn aangenaam, het weer is overwegend zonnig en er valt weinig regen.

Van maart tot juni is het hete seizoen. Het hete seizoen brengt hogere temperaturen en een verhoogde luchtvochtigheid met zich mee.

Het regenseizoen loopt van juli tot oktober. Het regenseizoen op Penang wordt gekenmerkt door zware regenbuien, vooral in de namiddag en avond. Hoewel de regenbuien heftig kunnen zijn, zijn ze vaak van korte duur. Na een half uurtje begint de zon vaak alweer te schijnen en de temperaturen blijven aangenaam.

Chinezen

De Chinese gemeenschap is de grootste en meest invloedrijke bevolkingsgroep op Penang. Ze hebben een grote invloed gehad op de cultuur, economie en architectuur van het eiland. Chinese festivals zoals het Qing Ming Festival en het Chinese Nieuwjaar worden groots gevierd met kleurrijke optochten en traditionele rituelen.
Wij liepen al tegen een Chinees feestje aan in George Town, waar onder andere de leeuwendans werd opgevoerd. Dat is toch wel wat anders dan een polonaise door de gang.
Ook in de keuken van Penang vind je allerlei gerechten uit de diverse Chinese bevolkingsgroepen, zoals Hokkien mee, Cantonese zoetzure gerechten, gebakken dumpling en nog veel meer lekkers.

Maleisiërs

De Maleisische bevolking, die voornamelijk moslim is, draagt bij aan de culturele diversiteit van Penang met hun unieke tradities, festivals en keuken. De Eid-ul-Fitr en Eid-ul-Adha zijn belangrijke religieuze feestdagen die worden gevierd met gebeden, familiefeesten en liefdadigheid.
De Maleisische keuken, met gerechten zoals rendang en nasi lemak, kom je op elke foodcourt tegen. In Tanjung Bungah, hier niet ver vandaan, vind je de beroemde drijvende moskee, een prachtig gebouw. Dit gebouw wordt wel de drijvende moskee genoemd maar het is gebouwd op palen.

Indiërs

De Indiase gemeenschap op Penang, Tamil’s voornamelijk afkomstig uit Zuid-India, is ook sterk vertegenwoordigd op het eiland. Hun cultuur is duidelijk zichtbaar in de levendige en kleurrijke hindoetempels zoals de Sri Mahamariamman Tempel en tijdens festivals zoals Thaipusam, waar pelgrims indrukwekkende kavadis dragen in een kleurrijke en intense optocht.

Inmiddels zijn wij ook grote fan van vele Indiase gerechten zoals roti canai en kip tandoori met knoflook-naan. In Klein India, George Town, kom je veel Indiase restaurants en winkeltjes tegen, en het lijkt inderdaad alsof je in India aan het wandelen bent. De winkeltjes hangen vol met prachtige, kleurrijke traditionele saree’s voor de vrouwen, bloemenkransen die als offerande dienen, en vitrines vol met allerlei kruiden. De geuren van de specerijen ruik je door heel Klein India, net zoals de geuren van verse masala’s, tandoori’s en vele curry’s.

Peranakan (Baba-Nyonya)

De Peranakan- of Straits Chinese gemeenschap is een unieke bevolkingsgroep die is ontstaan uit huwelijken tussen Chinese immigranten en lokale Maleisiërs. Hun cultuur is een mix van Chinese en Maleisische tradities en is het best te zien in hun keuken, mode en architectuur.
De term “Baba” verwijst naar de mannen van de Peranakan-gemeenschap, terwijl “Nyonya” verwijst naar de vrouwen. Deze vrouwen staan bekend om hun unieke stijl van kleden, met vaak kleurrijke en ingewikkeld geborduurde kebaya’s, en hun bijdrage aan de Nyonya-keuken, die een harmonieuze mix is van Chinese en Maleisische smaken. De Nyonya-keuken is een echte fusion van twee culinaire culturen en is overal op het eiland te vinden.

Taal en waarden.

Tja wat is dan hier de moedertaal, vraag je je af. Dat is afhankelijk aan wie je het vraagt. De staatstaal is Malé, de taal van de oorspronkelijke bewoners dus, de Maleisiërs. De moedertaal van de Nyonya is een mix van Maleis en chinees en ook die taal hoor je heel veel hier. En dan is er nog het Tamil van de Indiërs, of Indonesisch, Vietnamees etc.. Het is hier een mengelmoes van talen. Maar de voertaal is vaak weer Engels, althans buiten je eigen familie en cultuur dan. Dus iedereen spreekt ook wel Engels in Maleisië, en ook de reclameborden en de menu’s in restaurants zijn in het Engels. Overal hoor en zie je Engels.
Je hoort hier vaak ouders Engels met hun kinderen praten, zeker in een multicultureel gezin.
Voor ons is dat natuurlijk erg makkelijk.

Anders is het met het ontdekken naar de wijze hoe met elkaar omgaan. Het respect tonen voor elkaars cultuur, waarden, normen en gewoonten. Het zijn er hier zoveel.
In een winkel waar je varkensvlees kunt kopen zorg je dat de cashsier dat niet hoeft aan te raken wanneer je ziet dat het om een moslim gaat. Je accepteert dat niet overal drank geschonken of verkocht wordt. De gewoonten van Chinezen tijdens het eten kunnen voor ons soms (heel) vreemd overkomen.
Je druk maken of boos worden doe je hier niet, men noemt dat hier “losing face”. Iedereen accepteert gelaten wat er gebeurt en je hoort hier niemand klagen of zeuren. Dat kom je ook in het verkeer weer tegen. Niemand die de claxon gebruikt wanneer een oude man (te) langzaam rijdt of wanneer iemand de auto op straat stil zet om even een praatje te maken met een bekende.
Je doet je slippers uit wanneer je bij iemand naar binnen gaat. Je wijst met je duim en niet met je wijsvinger, dat is echt respectloos. Je past op dat je niet de onderkant van je voeten laat zien. Zeker in een tempel pas je op dat je niet met je zool richting een beeld van Boedha zit.
En fooi geven in sommige restaurants kan worden gezien als een belediging.
Het zijn simpele dingen en je leert het je snel aan. En de mensen willen je er graag bij helpen 😉

Streetfood

Penang staat bekend om zijn streetfood-cultuur, die vaak wordt beschouwd als de beste van Maleisië. Op elke hoek van de straat, en soms ook in de straat zelf, vind je wel een foodcourt of een eetkraampje.
De foodcourts worden hier hawker centers genoemd, en de verkopers dus hawkers. Dit stamt al uit de late 1800, toen immigranten uit China, India, Indonesië en andere bevolkingsgroepen hierheen kwamen om geld te verdienen voor hun achtergebleven families. Deze vaak alleenstaande mannen zochten een goedkope en makkelijke manier om te eten, en slimme ondernemers sprongen in dat gat. Langzaam maar zeker is daar een hele cultuur door ontstaan, en dat is hier op Penang tot een ware kunst verheven.
Voor weinig geld kun je hier eten wat je wil en waar je wil. Je kunt het eten aan een tafeltje langs de weg of meenemen naar huis in een plastic zakje.
Tegenwoordig maken veel hawkers ook gebruik van Grab (een Über-dienst in Azië) of foodpanda (thuisbezorgd), waardoor je dus ook niet meer de deur uit hoeft.
Wij als echte foodies rijden dus veel hawker centers af en proberen allerlei gerechten. Wij kunnen voor vijf euro echt niet gaan koken hier. En daarbij, al die heerlijke gerechten waarvan ik soms niet eens het bestaan wist, ik zou niet weten hoe die te bereiden. Het bestek bestaat vaak uit chopsticks en een traditioneel Chinese soeplepel of een vork en lepel. Een mes op tafel kom je niet snel tegen, daar gebruik je de lepel of je handen voor. Met je handen eten is ook hier een redelijk normaal verschijnsel. Eten met chopsticks leer je snel maar er zit nog een hele etiquette achter. Je kunt zomaar onbedoeld iemand flink beledigen met die chopsticks, wel verstandig dus om er even in te duiken.
Natuurlijk eet je soms wel eens iets dat je niet prettig vindt, dan ben je twee of drie euro kwijt… dat overleven wij wel.

Gerechten

Char Kuey Teow

Dit roerbak gerecht bestaat uit platte rijstnoedels, garnalen, taugé en eieren, gebakken in een gloeiendhete wok. De unieke smaak komt van de combinatie van sojasaus, visolie en het vuur van de wok. Dit gerecht lijkt erg sterk op de Thaise Pad-Thai als het al niet hetzelfde is. Ik vind het heel erg lekker en is wel een van mijn favoriete gerechten.

Penang Laksa

Penang Laksa is een pittige noedelsoep met een rijke, visachtige bouillon, gemaakt van tamarinde, citroengras en chili. Het gerecht wordt vaak geserveerd met dikke rijstnoedels en een scheutje munt.
Laksa kent ook weer verschillende recepten, elke familie heeft wel een eigen recept en ingrediënten.

Nasi Kandar

Een typisch Maleisisch gerecht dat bestaat uit gestoomde rijst geserveerd met een verscheidenheid aan curry’s en bijgerechten. Het is een favoriet onder de lokale bevolking en toeristen. In een restaurant loop je langs de vitrine en wijs je aan wat je als bijgerecht wil hebben. Naast gestoomde rijst kun je vaak ook kiezen voor nasi goreng (gebakken rijst) of biryani.

Nasi Lemak

Nasi lemak is een populair Maleisisch gerecht dat vaak wordt beschouwd als het nationale gerecht van Maleisië. Het bestaat uit rijst gekookt in kokosmelk, geserveerd met allerlei bijgerechten zoals gebakken ansjovis, geroosterde pinda’s, hardgekookte eieren, komkommers en sambal. Soms wordt het ook geserveerd met vleesopties zoals kip, rundvlees of inktvis. Nasi Lemak is een favoriet gerecht onder zowel de lokale bevolking als toeristen.

Batu Ferringhi

Wij zitten dus op Penang, Maleisië en om preciezer te zijn zitten we aan de rand van Batu Ferringhi in het noorden van Penang eiland.
Hier komen veel toeristen, zowel Maleisiers als buitenlanders. Batu Ferringhi is vooral populair onder Britten en Ausies zo lijkt het. In het hawker center van Batu Ferringhi zie je veel Britten en Australiers lopen.
Batu Ferringhi heeft een prachtig breed en lang strand en er zijn diverse watersport mogelijkheden. In de avond kun je op het strand bij een van de vele restaurants wat eten en drinken. Vooral in het weekend komen hele families hier naar toe om naar de prachtige zonsondergang te kijken met kleuren uiteenlopend van geel naar rood en paars.
Door de drukte staat er in het weekend vaak file van George Town tot Batu Ferringhi, vooral in de heuvels waar de wegen omhoog kronkelen.
Het strand staat dan helemaal vol met “influencers” die allemaal die ene “unieke” foto willen maken. Ik vind het geweldig om naar al die fotomodellen te kijken. En naar de fotografen natuurlijk, die hun vriendin moeten bevredigen met een prachtige Instafoto.
Met een heerlijk koud glas bier (lager, porter of guinness) aan het strand gewoon genieten van het moment, veel beter wordt het echt niet.

Pantai Miami

Wij hadden via Airbnb een appartement gehuurd met drie slaapkamers en twee badkamers, compleet ingericht. Het kostte wel 900 euro per maand, maar we zaten dan ook in een condominiumcomplex, het Miami Green resort. Het complex heeft uitzicht op zee, twee zwembaden en een grote gym waar we gebruik van kunnen maken. Er is beveiliging, de tuinen worden onderhouden, afval wordt twee keer per dag opgehaald, er is een parkeerplaats en nog meer van dat soort voorzieningen.
Het beviel ons zo goed dat we uiteindelijk besloten hebben om een appartement voor één jaar te huren. We hoeven er natuurlijk niet het hele jaar te wonen. Daarnaast hebben we geen verblijfsvergunning, dus moeten we elke 90 dagen het land uit. Maar omdat we nu nog geen 400 euro per maand betalen voor de huur, inclusief inboedel, blijft het voor ons goedkoper dan steeds via Airbnb te moeten huren. Je blijft tenslotte Nederlander.

Appartment

We hebben nu een gemeubileerd appartement op de 18e verdieping, met drie slaapkamers waarvan we er één als kantoortje gebruiken. Twee badkamers, een volledig ingerichte keuken en openslaande deuren naar het balkon met een geweldig uitzicht over de zee, op 400 meter afstand van Pantai Miami (Miami Beach).Van hieruit kunnen we de rest van Azië verkennen en doordat we minder bagage hoeven mee te nemen, kunnen we ook nog eens goedkoper reizen. Vliegen hier is erg goedkoop zolang je maar geen ruimbagage bij je hebt, dus we schaffen kleinere backpacks aan bij Decatlon, die we als cabinebagage mee mogen nemen.
Onze reizen naar Bali en twee keer naar Thailand staan inmiddels al vast. En omdat we toch regelmatig het land uit moeten, komen daar vast nog andere landen bij.

Wij wonen hier

Hier hebben we het enorm naar onze zin, zittend op het balkon of op de bank met de balkondeuren open. De drie airco’s hebben we nog niet aangehad.
Beneden links van ons speelt een groep makaken op het dak van een klein gebouw, de kleintjes dollen met de wat grotere apen.
Rechts is een klein stuk bos waar een groepje brillangoerapen wonen met hun witte brilletje en gouden jongen.
In de zee recht tegenover ons zwemt een familie van ongeveer 20 “smooth coated” otters rond op zoek naar voedsel. Ze schijnen in of nabij de Straits te wonen, ook niet verkeerd trouwens.
In de namiddag hoor je het schreeuwen van de zeearenden die gedragen door de thermiek hoog boven de zee zweven, op zoek naar een lekker visje om vervolgens vliegend langs ons balkon weer terug te keren naar het bos op de berg links van ons.
Vandaag is het lekker koel met 27 graden en een briesje vanaf zee. Het is vloed, we horen de golven tegen de kust rollen en op zee zijn de vissers druk met hun netten.

Het enige wat wij tegen elkaar kunnen zeggen is: “Wij wonen hier gewoon.”

Ach, laat ons. Het is maar voor 1 jaar.

Comments

  1. Garfield

    Nu zijn jullie natuurlijk al even weg, en wij uit het zicht, maar kijk wel regelmatig wat jullie uitspoken 🙂
    en ik weet dat het weinig is, maar was benieuwd of er helemaal niets is gebeurd, waarmee je het verhaal weer kan aanvullen 🙂
    Ik ben wel benieuwd 🙂

    1. Het vervolg komt er aan, nu even 10 dagen Indonesië nog….

Geef een reactie