Sinds het begin van deze maand verblijven we dus in Payagala, een klein dorpje ten zuiden van het beter bekende stadje Katukurunda, onze studio bevind zich op de 1e etage en ons gastgezin verblijft onder ons.
Het huis staat op een ommuurde lap grond van zo’n 40 x 40 meter met palmbomen en wat andere struiken, 50 meter van ons vandaan ligt het spoor en daarachter is de zee.
Onze studio is erg basic en we hebben een kleine slaapkamer, geen airco maar alle ramen kunnen open en we hebben 3 plafondventilatoren. De deuren naar het grote balkon van 3×3 meter kan over de hele breedte open of ik het daarna weer dicht krijg durf ik zo niet te zeggen.
We hebben hier geen kookgelegenheid maar het ontbijt bleek bij de prijs van 425 euro inbegrepen dus we hoeven ons ontbijt niet zelf te regelen.
s’Morgens staan we zo rond 9 uur op, soms wat eerder en soms ook een stuk later. De warmte is vermoeiend en je hoeft niet veel te doen om je bed rond een uurtje of 10 te gaan opzoeken, dat is wel fijn want veel doen we ook niet.
We zetten een verse bak oploskoffie en schuiven de fauteuils naar buiten, pakken onze telefoons en gaan op het terras eerst maar even wakker worden. Meestal nog voordat we onze eerste bakkie op hebben roept de gastvrouw al, Monita, breakfast ready, dus lopen we naar beneden naar het huis en eten we ons ontbijtje met een glas water en glaasje vruchtensap.
Na het ontbijt gaan we terug naar onze verdieping en zetten een tweede bak koffie, we moeten wel onze dagelijkse dosis cafeïne zien te krijgen.
Stil genieten we van de rust. Een klein eekhoorntje gebruikt een elektra draad gespannen tussen ons balkon en een boompje als brug om bij de palmboom te komen om vervolgens te genieten van de zaden die in de stengels van de uitgebloeide bloem zitten. Een buurman zet de radio aan en aan het geluid te horen is hij op zoek naar de juiste zender, vervolgens klinkt er een Sri Lankaans smartlap door de buurt.
Op de takken in de bomen verschijnen wat vogels en hoor je de verschillende liederen, ze komen nog net boven de muziek uit. De eekhoorntjes laten zich ook horen met hun squeaking geluid dat je zo maar kan verwarren met het geluid van een vogel. Na een half uurtje smartlappen is het ook de buurman beu en wordt de radio uitgezet. Een tuktuk die voorbij rijdt speelt het melodietje, fur Elise, het is de lokale bakker.
Een locomotief komt blaffend en hijgend voorbij en trekt achter zich in een donkere wolk van uitlaatgassen zo’n 8 wagons afgeladen met mensen mee. Alle deuren en ramen van de wagons staan open en verschillende mensen hangen half in de deur naar buiten, echt gevaarlijk is het niet de snelheid van de trein is beperkt tot maximaal 50 km. Dat is maar goed ook, koeien, varkens en mensen maken gebruik van het spoor. Mens en dier steken het spoor over waar men kan en wil. Ook zie je groepjes mannen gezellig op de spoor zitten of wandelend over en langs het spoor.
De temperatuur loopt al flink op en het begint ook ons inmiddels erg warm te worden, het word wat stiller om ons heen, in de verte nog een blaffende hond maar verder stilte. Een wolk muggen danst voor ons balkon, enkele vliegen vervelen ons en de eekhoorntjes spelen tikkertje achter ons in een boom, verder heerst er rust en stilte.
Na ons derde bakje koffie besluiten we om maar te gaan wandelen langs het strand en zo te kunnen genieten van de zee bries. We steken het spoor over en lopen langs wat hutjes van de vissers die druk bezig zijn met hun netten, de bootjes liggen op het strand.
Uiteraard vallen we op met onze witte koppen en er wordt zo af en toe ook wat geroepen, men is erg opportunistisch hier en men probeert uiteraard op alle mogelijke manier om wat inkomsten te genereren, zeer inventief zijn de mensen ook, ze kunnen alles voor je regelen. Maar ze blijven vriendelijk ook als je geen interesse hebt in hun diensten.
Wandelend langs de vloedlijn zie je zowel de pracht van het eiland als de vervuiling waar het eiland mee te kampen heeft. Wij proberen vooral te genieten van het mooie maar begrijpen donders goed dat dit niet langer zo kan.
Een eind verder op is een grote groep mannen bezig met een enorm net, deze is met boten ver de zee in gegooid. Twee groepen mannen ieder aan een eind van het net trekken langzaam het net naar binnen. Een man geeft het tempo aan en steeds wordt er weer een paar meter naar binnen getrokken terwijl de hele groep zich langzaam over het strand verplaatst. Aan elk eind is er een man die het ingehaalde net op z’n schouders krijgt, dat moet wel het zwaarste werk zijn….
Wanneer het net binnen is gehaald worden de vissen onder elkaar verdeelt, veel is het niet en de vissen zijn met hooguit 10 cm niet echt groot te noemen. Iedereen die op het strand is haalt wat vissen uit het net en loop met een klein plastic zakje met vis weer naar huis, lekker voor in de curries of pastries…
Op een van de strekdammen die we moeten oversteken staan rekken vol met vis te drogen in de felle zon, hier liggen de grotere exemplaren. Deze uitgedroogde vissen worden langs weg weer verkocht, je kunt zo de vis in elk geval langer bewaren. Wat ons opvalt is dat zelfs de kraaien deze vissen laten liggen en ook wij hebben even geen trek in vis.
Verderop komen we een strand restaurantje tegen, het strand is er niet meer waarschijnlijk weggeslagen in een storm. Een man zit verveeld op een stoel en ziet ons pas na een paar minuten. We lopen of liever gezegd klimmen naar hem toe en nemen plaats, het is echt een prachtige plek maar er zijn geen bezoekers, er naast liggen een tiental mensen voor eeuwig op het strand te rusten.
Vol trots laat de man zijn restaurant zien en echt, het ziet er fantastisch uit. We zien een klein huisje staan tegen het strand aan en laten weten dat we daar wel in zouden willen verblijven. Maar het is vervallen en hoewel de man echt van alles kan regelen is zijn vraagprijs van 25 dollar per nacht voor een kamertje van 2,5 bij 2,5 meter niet wat we willen. We nemen wat te drinken en praten nog even met de jongeman om vervolgens via het spoor, want dat is de kortste weg, terug te lopen naar onze studio.
We pakken ieder wat te drinken en laten het zweet even opdrogen om vervolgens op de scooter te stappen en een eind te gaan rijden, de rijwind is heerlijk.
Eerste stop is de supermarkt om een klein flesje water en sprite te kopen, we worden altijd vriendelijk ontvangen en langzaam begint men te wennen aan die buitenlanders. Het is ook tijd voor een waterijsje, een heerlijke vruchten ijsje waarvan je nog proeft dat er meer vrucht dan water in zit en dat voor 30 roepies (8 euro cent!) Wij bewaren netjes ons afval en gooien het in de lege prullenbak die veelal binnen staat, ook dat wordt als iets bijzonders gezien. De beveiliging die altijd de deur voor je open maakt en het andere personeel staan je vriendelijk toe te kijken.
We rijden verder richting Katukurunda om te stoppen bij een kleine food shop waar men pastries (samoosa’s) verkoopt, Monita haalt voor ieder 2 a 3 stuks. Een roti met kip, een pastry met ei en een met rund, vis hoeven we nog steeds niet. Alles bij elkaar kost dat ergens tussen de 250 en 500 roepie, wij vinden het een traktatie en nemen er elke dag wel een paar.
We rijden naar het strand van Katukurunda en zetten de scooter onder een boom in de schaduw, lopen het strand op en gaan zitten op een boomstronk die daar ligt, heerlijk in de frisse zeewind. Samen genieten we van onze hapjes om vervolgens de golven in te duiken, wat een kracht zit daar in, het wat is niet eens fris te noemen. Ook hier vissersbootjes op het strand en in de schaduw van wat struiken zijn ook hier de vissers druk doende met hun netten. Langs het strand loopt een kleine kronkelende weg die vol ligt met het zand van het strand. Langs de weg staan verwaarloosde huisjes en leegstaande hotels, guesthouses en hier en daar een verlaten bar, restaurant. Volgens ons moet het hier voor 2019 prachtig zijn geweest en in het hoog seizoen erg druk, nu staat alles leeg en de mensen zijn veelal vertrokken. Veel toeristen zie je hier niet meer, er zijn nog een aantal grote resorts die toeristen uit de balkan trekken maar verder is alles verlaten en vervallen.
Men gooit het zand ook niet meer terug op het strand, voor wie en voor wat ook. Op het strand liggen bergen afval en grote zwarte plekken waarvan je niet weet wat het is, hier wil je natuurlijk geen vakantie vieren als rijke Europeaan.
Rond een uurtje of 3 s’middags rijden we weer richting onze studio, boven ons wordt de lucht donkerder. We hebben 2 regenponcho’s maar die liggen natuurlijk in de studio, waar anders? We moeten nog even stoppen bij de supermarkt, we hebben water nodig voor de koffie, bier en sprite voor in de studio en wat te knagen, we blijven immers hunkeren naar wat hartigs of zoets.
De druppels regen vallen al op onze warme lichamen wanneer we bij onze studio aankomen. We wisselen onze natte kleding voor wat droge en pakken ieder wat te drinken om vervolgens weer in onze kuipstoelen op het terras plaats te nemen.
Het eekhoorntje van vanmorgen neemt de elektra kabel weer om terug te keren naar waar hij vandaan kwam, vogeltjes laten zich weer zien en horen. Op een dak van een van de huisjes hier zitten 2 pauwen en in een boom is een kraai aan het genieten van een malse rat of muis.
Dan verschijnen de vliegende vossen, deze vleermuizen kunnen een spanwijdte hebben van 1 tot 1,5 meter maar horen doe je ze niet. Scherend over ons balkon vliegen ze naar bomen die vol met rijpe vruchten hangen, soms is de boom al bezet en wanneer het te druk is hoor je wel eens een schreeuw maar verder niets. In de lucht zie je de zeearenden gebruik makend van de thermiek steeds hoger zweven opzoek naar dat een visje in zee, een specht zoekt hoog in de palmboom de insecten.
Zo rond 6 uur begint het echt donker te worden en verlaten de vleermuizen hun de fruitbomen weer. Langzaam en zachtjes beginnen de kikkers hier naast onze studio aan hun gezang, eerst aarzelend en zachtjes maar later luider en duidelijker, vogeltjes hoor je niet meer. Wel verschijnen er vuurvliegjes die als elfjes met lantaarntjes dansen tussen de takken van de palmbomen. En wanneer het echt donker is beginnen de cicaden ook aan hun concert.
De muggen hebben blijkbaar ook honger want we worden inmiddels aangevallen, tijd om te douchen en ons met een anti muggen lotion in te smeren, deet percentage 90+.
De natuur is hier overal ook in onze studio, vreemd genoeg reageren we daar wisselend op. Van de kleine miertjes die hier rond lopen kijken we niet meer op, we sluiten het afval goed af, spoelen bierblikjes om en zoetigheid zetten we in de koelkast.
Met bewondering kijken we naar de gekko’s die op muren en plafond lopen alsof er geen zwaartekracht bestaat. Zien we dan ineens een kakkerlak slaat de afschuw toe en sprinten we naar een spuitbus om de kakkerlak vervolgens te lijf te gaan. En wanneer zo’n kakkerlak op je been valt wanneer je in bed ligt slaat de schrik toe, van de gekko die achter ons op de muur zit willen we alleen maar een foto.
Het ligt niet aan het beestje maar aan ons.
En dan horen we Monita, diner ready, ook ons avondeten wordt voor ons bereid, dit zit niet in de huurprijs maar moeten we apart betalen. De gastvrouw kan lekker koken en de kosten zijn ongeveer 2500 roepie per dag, gewoon aanschuiven en eten.
Na het eten nemen we nog even plaats op ons balkon en genieten van de rust en de koelte en luisteren we naar het geruis van de golven die het strand oprollen.
Een buurman heeft een feestje en blijkbaar een karaoke set in huis gehaald, zijn vrienden hebben in elk geval veel lol en zingen volop met de muziek mee, vermoedelijk wordt er flink bier, whisky en arrack gedronken en ook ik maak maar een blikje Lion open. Zo tegen 10 uur vinden we het wel mooi geweest, bekaf zijn we..het was weer een drukke dag…..en morgen weer zo een dag…pfff…